Wie ‘de Achterhoek’ zegt, zegt ‘kastelen’. Hier liggen verspreid in het landschap tientallen buitenverblijven van de oud-Gelderse adel. Sommige oorspronkelijk gebouwd als verdedigingswerk in de vroege of late Middeleeuwen, andere als chiquere woonstee in de 17een 18e eeuw. Meestal met een indrukwekkend landgoed dat sinds jaar en dag in handen van de familie is.
Op en rond die landgoederen, maar ook bij boerenhoeves of zelfs in verschillende historische stadskernen zijn prachtige tuinen met hele mooie bomen ontstaan. Dat kon, omdat de Achterhoekse bodem zo vruchtbaar is.